Introductie

In deze sectie vind je alles wat je nodig hebt om aan de slag te gaan met de NumWorks rekenmachine.

Algemeen

Aan- en uitzetten van de rekenmachine

Om de rekenmachine in gebruik te nemen, moet deze aangezet worden door op de zwarte toets power, direct in het midden onder het scherm, te drukken. Zodra het apparaat is ingeschakeld moet een taal en land gekozen worden. Deze instellingen kunnen later worden gewijziged indien nodig. De rekenmachine zal vervolgens vragen om de nieuwste software-update voor de NumWorks te downloaden.

Updaten van de rekenmachine

Het is belangrijk om je NumWorks rekenmachine te updaten als je hem voor het eerst gebruikt. NumWorks brengt gratis software updates uit om je te voorzien van het best mogelijke hulpmiddel. Begin het updateproces door de rekenmachine op een computer aan te sluiten met de bijgeleverde kabel in de doos.

Het updaten van de rekenmachine werkt als volgt:

  1. Registreer of log in op je NumWorks account: my.numworks.com
  2. Klik vervolgens op de knop Update in het dropdown menu onder je naam.
  3. Volg de stappen die op het computerscherm worden getoond.

De NumWorks rekenmachine gebruiken

De applicaties van het startmenu

Het startmenu geeft de verschillende functionaliteiten weer die gebruikt kunnen worden, geclassificeerd per thema. De beschikbare applicaties zijn: Rekenen, Functies, Vergelijking, Statistiek, Kansrekenen, Rijen, Regressie, Inferentie, Financieel, Elementen, Python en Instellingen.

Het is mogelijk om te navigeren naar de verschillende applicaties door de richtingstoetsen te gebruiken die in de vorm van een kruis links onder het scherm zijn te vinden. Wanneer een applicatie is geselecteerd wordt deze geel gemarkeerd. Om de geselecteerde applicatie te openen kan simpelweg op de toets ok worden gedrukt.

Het is ook mogelijk om sneltoetsen te gebruiken voor het selecteren en openen van de verschillende applicaties. Bijvoorbeeld, de toets 1 selecteert de applicatie Rekenen, toets 2 selecteert de Functies applicatie, enz. Twee keer drukken op deze toetsen opent de desbetreffende applicatie.

Elke applicatie bevat verschillende opties en functionaliteiten. Om bijvoorbeeld een puntenwolk te maken, dient de applicatie Regressie te worden gebruikt. Als de gekozen applicatie niet de gewenste functies heeft, kan via de toets home teruggekeerd worden naar het startmenu en een andere applicatie te kiezen.

Het is ook mogelijk om via de toets back terug te keren naar het startmenu. Druk zo vaak als nodig op de toets back om terug te keren naar het start menu.

Het toetsenbord van de NumWorks rekenmachine

Met de navigatietoetsen kan door de verschillende menu’s worden genavigeerd.

  • leftrightupdown: De richtingstoetsen kunnen gebruikt worden om de selectie van de ene optie naar de andere te verplaatsen op het rekenmachinescherm.
  • power: Met de aan/uit-knop kan de rekenmachine in- en uitgeschakeld worden.
  • home: Met de Home toets keren we terug naar het startmenu, waar we ons ook bevinden in de rekenmachine.
  • ok: De OK-toets activeert het geselecteerde object of optie.
  • back: De terug-toets geeft de mogelijkheid om naar het vorige scherm te navigeren.

Geavanceerde functies

  • shift: Met de shift-toets kunt u de functies gebruiken die in het geel op de toetsen van de rekenmachine worden weergegeven (ALPHA, copy, asin, enz.).
  • alpha: Met de alpha-toets kunt u het alfabetische toetsenbord activeren en letters in uw uitdrukkingen invoeren.
  • xnt: De XNT toets wordt gebruikt om een variabele in te voeren. Het is een contextuele toets, dus de variabele die wordt ingevoerd hangt af van de uitdrukking die wordt bewerkt.
  • var: De var-toets geeft toegang tot alle variabelen die in de rekenmachine zijn gedefinieerd (getallen, functies, matrices, lijsten, reeksen).
  • toolbox: De Toolbox-knop opent een menu met geavanceerde opties.
  • pow: Met de macht-toets kan een macht aan een getal worden toegevoegd. Met de shift-optie kan een waarde in een variabele worden opgeslagen.

Numerieke toetsenbord

Dit zijn de meest gebruikte toetsen, die worden gebruikt om getallen en operatoren in te voeren.

  • exe: De EXE-toets wordt gebruikt om een berekening te valideren.
  • ans: De Ans-toets wordt gebruikt om het laatste resultaat uit de rekengeschiedenis te gebruiken.